Kamerlid en burgemeester van Hasselt
Kruimelpad
Steven Vandeput pleit voor maximale impact bij armoedebestrijding tijdens corona
“Armoedebestrijding moet maximale impact hebben. De gemeenten maken beter beredeneerd gebruik van de middelen die de federale overheid in deze coronatijden aanbiedt dan halsoverkop geld uit te geven omdat het nu eenmaal moet.” Dat was de boodschap van Vlaams volksvertegenwoordiger Steven Vandeput (N-VA) in de commissie Binnenlands Bestuur van het Vlaams Parlement. De Hasseltse burgemeester interpelleerde minister Somers naar aanleiding van de tijdsbeperking die de Federale overheid aan de lokale besturen oplegt om extra middelen voor OCMW’s uit te geven.
De federale overheid voorziet extra middelen om de mensen die door de coronacrisis moeten aankloppen bij het OCMW te kunnen helpen. Om de financiële surplus aan uitgaven als gevolg van corona te kunnen aanpakken, werd er op federaal niveau 125 miljoen euro extra vrijgemaakt. “Uiteraard zijn die middelen erg welkom bij de OCMW’s maar er rijst wel een probleem. De voorwaarde van toekenning van deze extra subsidie is immers dat het volledige bedrag moet uitgegeven worden tussen 1 juni en 31 december van dit jaar. Dat is veel te krap. Dat vind ik niet alleen, dan vinden ook de OCMW’s,” aldus Vandeput in zijn interpellatie van minister Somers.
“De échte impact van de coronacrisis valt pas te verwachten in 2021 temeer omdat tijdelijke maatregelen binnen de sociale zekerheid tegen dan zullen zijn afgebouwd. De OCMW’s willen de extra middelen ook niet in allerijl uitbesteden omdat het moet. Ik heb het gevoel dat nu onder de noemer ‘corona’ alles kan maar dat er weinig voorwaarden aan worden verbonden. Armoedebestrijding moet volgens ons effectief impact hebben. Via grondig overleg met de lokale sociale sector willen de OCMW’s komen tot een besteding van de middelen die het lokale beleid optimaal ondersteunt. Dat is erg lastig binnen deze korte tijdsspanne,” liet Vandeput weten.
Daarom vragen de Vlaamse OCMW’s, net als hun Waalse tegenhangers overigens, om de termijn met één jaar te verlengen. Ze schreven daarvoor samen met de Vlaamse Vereniging voor Steden en Gemeenten een brief naar de bevoegde federale minister. Minister Somers ging in op de suggestie van Vandeput om zijn federale collega hierover aan te spreken. Op het volgende overlegcomité zal Somers de zaak aanhangig maken en aandringen op enige federale soepelheid.