U bent hier
Regering coördineert veiligheidsbeleid via één Nationaal Veiligheidsplan

De federale regering heeft de prioriteiten voor onze politie- en veiligheidsdiensten vastgelegd in een Kadernota Integrale Veiligheid en in een nieuw Nationaal Veiligheidsplan. Het vorige veiligheidsplan dateerde immers alweer van 2004. “Voor het eerst in twaalf jaar zorgt deze regering met de N-VA ervoor dat de neuzen in Vlaanderen, Brussel en op het federale vlak opnieuw in dezelfde richting staan voor wat het veiligheidsbeleid betreft”, zegt minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken Jan Jambon. “Ik ben er trots op dat we dit zo snel hebben kunnen realiseren, ondanks de druk van de terreurdreiging en de aanslagen."
“Cruciaal om zo’n globaal veiligheidsplan te doen slagen, is een goede samenwerking en coördinatie tussen het federale niveau en de deelstaten”, stelt Vlaams minister-president Geert Bourgeois. In het document staat dan ook duidelijk aangegeven wie waarvoor verantwoordelijk is in ons complexe, versnipperde veiligheidsbeleid. “Vlaanderen heeft strafrechtelijke bevoegdheden, dus ik ben tevreden dat wij actief betrokken zijn bij de totstandkoming van het veiligheids- en handhavingsbeleid”, aldus Bourgeois.
Tien prioriteiten
Het nieuwe Nationaal Veiligheidsplan vertrekt van tien veiligheidswerven die de komende vier jaar prioriteit zullen krijgen. Alle andere plannen, zoals het Nationaal Veiligheidsplan van de politie, moeten zich enten op de belangrijkste krijtlijnen uit dat globale plan. Op die manier kan de regering vlot de hele keten coördineren van preventie, repressie en nazorg tussen de gewesten, gemeenschappen en de federale overheid.
“De tien veiligheidswerven uit het plan zijn allemaal even belangrijk”, meent minister Jambon. “Maar prioritair binnen mijn persoonlijke bevoegdheden is uiteraard terrorismebestrijding, naast mensenhandel en mensensmokkel, cybercrime en cybersecurity.” Hij wijst erop dat er voor elk van de tien prioritaire werven ook vijf gemeenschappelijke aandachtspunten zijn: het verbeteren van de informatie-uitwisseling (via de koppeling van informatiedatabanken, bijvoorbeeld); de inzet van ICT-middelen, internetpatrouilles en een internetrecherche; internationale samenwerking; identiteitsfraude; een dader- en buitgerichte aanpak.
Preventief beleid
Voor minister-president Bourgeois gaat de eerste aandacht eveneens naar de strijd tegen terrorisme en radicalisering, in de materies waarvoor Vlaanderen bevoegd is. Dat resulteert in een preventief beleid, gericht op het wegnemen van de voedingsbodem voor radicalisering en een vroege signalering van probleemsituaties. “Collega Liesbeth Homans speelt daarin een coördinerende rol tussen onderwijs, welzijn, jeugd, integratie en inburgering en binnenlands bestuur”, aldus Bourgeois.
“Maar er zijn andere veiligheidsdomeinen waarin wij een belangrijke rol moeten vervullen”, stipt Bourgeois aan. “Voor verkeersveiligheid is een sensibiliserende en repressieve aanpak cruciaal. Minister Ben Weyts zet zeer sterk daarop in. Ook de aandacht voor geweld binnen het gezin en kindermishandeling is voor ons uitermate belangrijk. Met de justitiehuizen werken wij aan een geïntegreerde aanpak van slachtoffer en dader binnen het gezin.”
Het nieuwe Nationaal Veiligheidsplan geldt tot 2019. Twee keer per jaar zal de regering evalueren hoever het staat met de uitvoering ervan.

