U bent hier
TO THE POINT - Onbekend maakt onbemind
Gisteren heb ik, met een bezoek aan de Marinecomponent, een grote kennismakingstour met het leger afgerond. Eerder ben ik al de land-, medische en luchtcomponent gaan bezoeken. Tijdens die bezoeken ben ik meermaals van de ene verbazing in de andere gevallen. Ik onthoud dan ook verschillende positieve zaken van deze bezoeken.
Hoogtechnologisch leger
Om te beginnen is de Defensie van vandaag in niets meer te vergelijken met het ABL uit de tijd dat ik mijn legerdienst nog gedaan heb, in 1993. Veel van het materiaal, waarmee het leger vandaag deelneemt aan operaties in Afghanistan, Mali, boven Irak of in de Hoorn van Afrika, is echt state of the art. Onze middelen moeten niet onderdoen voor die van onze partners. Integendeel. Onze F-16’s die straks meer dan 40 jaar dienst hebben zijn nog altijd helemaal geüpdatet en 100% uitgerust voor de noden van vandaag.
Gemotiveerd personeel
Met het beste materieel alleen win je de oorlog niet. Daar heb je goede soldaten voor nodig. Die hebben we! Het personeel is een sterke schakel in het geöliede defensieraderwerk. Ik ontmoette uiterst enthouisiaste mannen en vrouwen voor wie het leger geen simpele 9-to-5-job is maar een heuse roeping. Elke bezoek opnieuw groeide mijn vertrouwen in de organisatie. Het personeel is goed getraind en beschikt over de juiste knowhow.
Mensen die bereid zijn alles wat hen lief is achter te laten om deel te nemen aan vredesoperaties, genieten mijn grootste bewondering. Uit de vele gesprekken leerde ik ook dat achter elke militair, een sterke partner staat die in periodes van lange afwezigheid thuis de boel draaiende houdt. Ook zij verdienen mijn steun.
Defensie, een goed bestede euro per dag!
“Defensie kost de burger amper 254 euro per jaar, minder dan een euro per dag”, kopte Het Laatste Nieuws nog niet zolang geleden. Als ik zie wat mijn departement daarmee onderneemt… dan moet ik besluiten dat elke euro goed besteed is. Defensie zit ontegensprekelijk in een nauw budgettair keurslijf. Ook in de toekomst zal het loyaal haar steentje moeten bijdragen om ons land op termijn financieel gezond te maken.
Het is nu mijn taak om onze militairen een perspectief te geven die ze verdienen. Via een kerntakendebat gaan we duidelijk aangeven wat we van ons leger verwachten en waar het tegen 2030 moet staan. We gaan de grote investeringen die nodig zijn om dat objectief, een slank en inzetbaar leger, verankeren in een programmawet. In een strategisch plan zal ik, tegen het einde van het voorjaar van 2015, beginnend van een wit blad, het kader van de Defensie van morgen uittekenen.
Militairen zijn naar mijn mening te bescheiden. Ik moedig hen dan ook aan zich te tonen als militair en te vertellen wat ze doen en waarvoor ze staan. Wij, burgers, van onze kant, moeten beseffen dat wij mede door hun inspanningen, vandaag al de derde generatie zijn die opgroeien zonder de gruwel van oorlog. Ik stel me trouwens de vraag of we vrede vandaag te vaak als té vanzelfsprekend beschouwen.
Ik durf het alvast zeggen. Ik ben trots hun minister te zijn. Ze hebben mijn steun. Ik zal alles doen wat in mijn mars ligt om hun belangen te verdedigen.
Steven Vandeput
Minister van Defensie, belast met Ambtenarenzaken