Defensie staat mee in voor opvang asielzoekers

De regering heeft een pakket maatregelen goedgekeurd die de opvang van asielzoekers moeten garanderen. Zo komen er 2.500 plaatsen bij via traditionele partners en Fedasil. Ook werd een principieel akkoord bereikt over de inzet van Defensie bij die opvang. Op zeer korte termijn zal Defensie nieuwe plaatsen creëren. In de opstartfase zal Defensie bovendien tijdelijke ondersteuning bieden bij de opbouw en de uitbating van de nieuwe sites. “We zijn erg dankbaar dat we in deze tijden van humanitaire asielcrisis op Defensie kunnen rekenen”, zegt staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken.

We worden geconfronteerd met de grootste vluchtelingencrisis sinds de Tweede Wereldoorlog. Sinds augustus creëerde Fedasil drie- à vierduizend extra plaatsen per maand. “De voorbije weken konden we telkens net genoeg plaatsen creëren”, verklaart Francken. “Maar door de aanhoudende toestroom van vluchtelingen en de sluiting van tijdelijke sites is de limiet bereikt. Met de winter voor de deur wordt de nood aan extra opvangplaatsen hoogdringend. Daarom heb ik de inzet van Defensie gevraagd.”

Fedasil zal met zijn partners nieuwe sites openen op acht locaties: Bredene, Dendermonde, Diksmuide, Jalhay, Kelmis, Lubbeek, Spa en Zwijndrecht. De sites Bredene, Jalhay en Spa zijn tijdelijke locaties en vangen de sluiting van andere, niet-wintervaste sites op.

Het leger zal worden ingezet om nieuwe asielcentra te openen. Buitengewone situaties vergen buitengewone beslissingen. Bedankt @svandeput

— Theo Francken (@FranckenTheo) 30 oktober 2015

Uitzonderlijke omstandigheden

Defensie wordt ingeschakeld om nieuwe plaatsen te creëren en personeel in te zetten als tijdelijke ondersteuning aan Fedasil. Het personeel van Defensie zal de nieuwe locaties de eerste weken uitbaten, in afwachting van de rekrutering van voldoende personeel bij de traditionele opvangpartners. “Dit zijn uitzonderlijke omstandigheden waarin we aan de samenleving tonen dat je in tijden van nood op Defensie kan rekenen”, besluit minister van Defensie Steven Vandeput.